In 1946 richt Maurice Wanty, een architect van opleiding, de onderneming Wanty op, dat gespecialiseerd is in metselwerken en kleine burgerlijke bouwwerken. De onderneming bouwt vrijstaande woningen en maakt constructies in gewapend beton voor de verschillende steenkoolmijnen in de Centrum-streek. In 1954 verhuist Wanty naar Epinois, net buiten Binche. Daar start ze de productie van betonblokken en betonnen vloerelementen. Na de sluiting van de eerste steenkoolmijnen investeert Maurice Wanty onder impuls van zijn oudste zoon André in de aankoop van een eerste hydraulische graafmachine om grondwerken voor vrijstaande woningen uit te voeren. Die tak van de onderneming is erg succesvol en al snel worden de machines ook ingeschakeld voor wegenwerken.
De komst van Michel Wanty, de tweede zoon van Maurice en burgerlijk ingenieur bouwkunde, draagt ertoe bij dat de onderneming vanaf 1971 aan een echte opmars begint. De afdelingen openbare werken en huizenbouw van de onderneming blijven groeien. Daarnaast breidt Wanty zijn activiteiten uit met saneringswerken, asfaltwerken, afbraakwerken, de sanering van verlaten industrieterreinen en de aanleg van waterleidingen. In 1980 bouwt Wanty zijn eerste asfaltcentrale en richt de SA Tarmacs et Agrégats op die asfalt en beton produceert en inerte materialen recyclet. In 1990 neemt Wanty Debliquit over, een onderaannemer gespecialiseerd in transport met kiepwagens.
In 1998 doet de derde generatie Wanty haar intrede in het bedrijf dat intussen tot een industriële groep is uitgegroeid. Christophe Wanty, handelsingenieur en ingenieur bedrijfskunde, gaat aan de zijde van zijn vader Michel werken, samen met Benoît Soenen, een landbouwingenieur die gespecialiseerd is in het milieu. Er start zo een nieuw tijdperk voor het bedrijf dat vanaf het begin van de jaren 2000 sterker inzet op diversifiëring, zoals het onderhoud van bouwmachines, het verlenen van diensten aan de staalnijverheid, het aanbrengen van wegmarkeringen, het uitbaten van steengroeven, het recyclen van afval en het plaatsen van moerriolen. Wanty exporteert zijn knowhow ook en richt een Frans filiaal op, gespecialiseerd in afbraakwerken, en neemt in de haven van Gent een bedrijf over dat afbraak- en saneringswerken uitvoert.
Een industriële strategie die volledig gericht is op klanttevredenheid en kwaliteitswerk, uitgevoerd binnen de afgesproken termijnen: dat is de filosofie van de groep Wanty, die nu intern over alle knowhow en competenties beschikt die direct of indirect met wegenwerken verband houden. Die knowhow en competenties zitten verspreid over een aantal ondernemingen die allemaal kunnen worden ingezet om samen deze specifieke doelstelling te realiseren. Net als de leden van een familie. Want ondanks haar 1500 werknemers is de groep Wanty erin geslaagd een familiale onderneming te blijven die een persoonlijke aanpak en persoonlijk contact hoog in het vaandel draagt en er ook in is geslaagd om die ingesteldheid op al haar personeelsleden over te dragen.
Een onderneming en een familie die heel sterk verankerd zijn in het hart van hun regio. Want ook al heeft de onderneming haar veel te krappe ‘historische’ behuizing in Epinois verlaten, dan deed ze dit enkel om zich amper enkele kilometers verderop in Péronnes-lez-Binche te vestigen in nieuwe gebouwen, perfect op maat van een bedrijf dat voortdurend evolueert en dat misschien ooit door een vierde generatie ondernemers uit Binche zal worden geleid.